De Achterste Molen van de polder bij Kortenhoef De Achterste Molen van de polder bij Kortenhoef

P.J.C. (PAUL) GABRIËL 1828 Amsterdam - 1903 Scheveningen De Achterste Molen van de polder bij Kortenhoef

Oil / Canvas: 48 x 36 cm


Available, price on request
  • This artwork can be viewed in our gallery
  • Call us for more information: +31 26 361 1876
  • World wide shipping available

Details

Een monumentale molen weerspiegelt zich in het water van een Hollandse poldervaart. De zon staat laag, het is het begin van de avond op een mooie zomerdag. De rimpeling van het water verraadt de stroming, verder straalt het schilderij rust uit. De wieken, die de diagonaal van de oever volgen, verankeren de evenwichtige, klassieke compositie. De heldere kleuren zijn typerend voor het werk van Paul Gabriël, de colorist onder de schilders van de Haagse School.

Paul Gabriël groeide op met kunst. Zijn vader, een beeldhouwer, overleed al toen zijn zoon vijf jaar was. De jonge Paul hielp zijn moeder met het schilderen van portretten om de kost te verdienen voor het gezin. Na zijn opleiding aan de Amsterdamse academie werd hij naar Kleef getuurd om er les te krijgen aan de Tekenacademie van de beroemde romantische landschapsschilder B.C. Koekoek. Dat beviel niet, en terug in Nederland had hij nog een tijd les in Haarlem. Gabriël ontwikkelde zich echter pas echt als landschapsschilder in het Gelderse Oosterbeek, waar veel Nederlandse kunstenaars in die tijd het buiten schilderen ontdekt hadden. Gabriël maakte er natuurstudies, vaak van details van takken en bladeren, maar schilderde er ook romantische landschappen. Het buiten werken was er niet zonder risico: Toen Gabriël en zijn collega Kruseman van Elten in weer en wind buiten werkten liepen zij beide een oorontsteking op. Gabriël werd er zeer hardhorend door, zijn collega zelfs stokdoof. Oosterbeek als schilderachtige locatie was ontdekt door Willem Roelofs. Gabriël volgde Roelofs naar diens woonplaats Brussel, waar hij 25 jaar zou blijven. De onderwerpen voor zijn werk bleef hij in Nederland zoeken, het landschap in België boeide hem niet: “Neen, daar gevoel ik weinig voor; daar is niet die fijne atmosfeer van Holland”. Gabriel ging elk jaar drie maanden naar Nederland, om daar in het ruime Hollandse polderlandschap te werken. De polder bij het dorp Kortenhoef heeft hij vaak geschilderd. De molen op dit schilderij bestaat overigens niet meer. In Gabriëls tijd stonden er drie molens. De Achterste Molen, die hier is afgebeeld, brandde af in 1891. Ook de middelste molen is er niet meer. De voorste molen vormt het onderwerp van Gabriels beroemdste schilderij: In de maand Juli uit 1889, nu een van de topstukken van het Rijksmuseum in Amsterdam. Die molen, die nog altijd bestaat, heet nu de Molen Gabriël.

Gabriëls werk is bijzonder kleurrijk vergeleken met de andere schilders van de ‘grijze’ Haagse School. In een brief uit 1901 verdedigde Gabriël zich tegen de kritiek op zijn kleurgebruik: “Alhoewel ik er zelf wat knorrig uit kan zien houd ik er veel van dat het zonnetje in het water schijnt, maar buiten dat, ik vind mijn land gekleurd en wat mij bijzonder opviel wanneer ik uit den vreemden kwam: ons land is gekleurd sappig vet, (...) Ik heb vreemdelingen dikwijls horen zeggen, die Hollandsche schilders, schilderen allemaal grijs en hun land is groen.”

Artist
P.J.C. (PAUL) GABRIËL1828 Amsterdam - 1903 Scheveningen
Title
De Achterste Molen van de polder bij Kortenhoef
Material & Technique
Oil / Canvas
Measurements
Height: 48 cm
Width: 36 cm
Signature
Linksonder gemerkt "Gabriël"
Provenance
Particuliere collectie Nederland.
Literature
A.H. Bies, "Catalogus. Schilderijen uit de Romantische- en Haagse School", Eindhoven 1990, no. 19 (ill.)
Date
ca. 1880
Category
Paintings

Over P.J.C. (PAUL) GABRIËL

Paul Gabriel is pre-eminently characterized as the portraitist of the Dutch polder. He learned to paint en-plein-air in Oosterbeek, where he spent some time with J.W. Bilders, among others. In 1860 he moved to Brussels where he became friends with Willem Roelofs, the leading landscape painter at the time. From Brussels he regularly returned to paint the Dutch ponds and polders. The time of day (preferably early in the morning) and the corresponding light are important elements in Gabriel's work. In doing so, he uses more than just the nuances of gray so beloved of his contemporaries and was thus called the colorist of the Hague School. Mesdag calls it "Gabriel's morning poetry." Until the 1980s, Gabriel painted mainly in the area around Kortenhoef, Abcoude and Vreeland. After moving to Scheveningen in 1884, he works in the area around The Hague. Gabriel belongs to one of the leading painters of the Hague School. Almost all important museums own work by him.