Moulins et patineurs en Hollande Moulins et patineurs en Hollande

J.B. (JOHAN) JONGKIND 1819 Lattrop (The Netherlands) - 1891 Côte St.-André (France) Moulins et patineurs en Hollande

Oil / Canvas: 33,7 x 43,2 cm


Available, price on request
  • This artwork can be viewed in our gallery
  • Call us for more information: +31 26 361 1876
  • World wide shipping available

Details

Hollandser dan dit schilderij is bijna niet denkbaar. Molens en ijspret onder een grandioze wolkenlucht die, traditioneel Hollands, twee derde deel van het doek in beslag neemt. Toch staat de Nederlandse schilder Johan Barthold Jongkind in Frankrijk bekend als een van de grootste Franse schilders van de negentiende eeuw. In zijn werk vinden we de combinatie van de Hollandse zeventiende eeuw en de negentiende-eeuwse Franse landschapsschilderkunst.

Jongkind is in Nederland nooit zo beroemd geworden als in Frankrijk. Hij werd dan ook ontdekt door een Fransman, de romantische schilder Eugène Isabey. Jongkind had aan de Haagse kunstacademie gestudeerd en werkte daarna een tijd op het atelier van de toen zeer beroemde landschapsschilder Andreas Schelfhout in Den Haag. Isabey nam Jongkind, die net een koninklijke subsidie had gekregen, mee naar Parijs. Jongkind raakte daar meer geïnspireerd door de jonge Franse schilders van de natuur en van de dagelijkse werkelijkheid, de School van Barbizon, dan van de generatie romantische schilders van Isabey. Hij leerde vele kunstenaars kennen waarmee hij dagelijks in de kunstenaarscafés zat om te discussiëren over de ontwikkelingen in de schilderkunst. Door zijn royale inslag en overmatig alcoholgebruik ging het echter mis. Om hem te redden uit zijn financiële- en drankproblemen nam Isabey hem mee naar de spectaculaire kust van Normandië. De grillige rotsen, de brede stranden en de schilderachtige straatjes die hij daar aantrof maakten grote indruk. Jongkind werkte er veel in de open lucht en ontwikkelde zich langzamerhand tot plein air schilder. Zijn olieverfschilderijen werkte hij overigens in alle rust in zijn atelier uit. Hij ontmoette daar ook een andere leerling van Isabey, Eugene Boudin, waarmee hij een hechte vriendschap sloot.

In Frankrijk kreeg Jongkind steeds meer erkenning. Hij ontving een gouden medaille op de Parijse Salon en zijn werk werd als vertegenwoordiger van Frankrijk getoond op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1855. Ondanks dat succes bleef zijn grote alcoholgebruik zorgen voor grote schulden. Dat liep zozeer uit de hand dat hij moest vluchten naar Nederland. In de omgeving van Rotterdam schilderde hij er typisch Nederlandse landschappen onder typisch Nederlandse wolkenluchten, die hij naar Frankrijk stuurde en die daar veel succes hadden. In Parijs werd hij gemist. Een journalist schreef over zijn afwezigheid op de Salon: “Jongkind - een van de afwezigen die het meest een leegte achterlaat - want de kwaliteit van Jongkind is uiterst zeldzaam: hij is eerlijk”. Jongkinds Franse schildersvrienden organiseerden in 1860 een veiling van werk dat zij voor niets inbrachten. Met de opbrengst kon Jongkind zich zonder schulden vestigen in Frankrijk, het land waar hij zich het meeste thuis voelde. Toch bleef hij een Nederlandse schilder. Tot aan het eind van zijn leven schilderde hij Hollandse landschappen, die in zijn tweede vaderland altijd zeer geliefd bleven. Niet alleen bij het publiek was zijn succes groot: Édouard Manet noemde hem 'de vader van het moderne landschap', Camille Pissarro vond: ‘Het landschap zonder Jongkind zou een heel ander aanzicht hebben’ en Claude Monet zei: ‘Aan hem heb ik de definitieve opvoeding van mijn oog te danken’.

Artist
J.B. (JOHAN) JONGKIND1819 Lattrop (The Netherlands) - 1891 Côte St.-André (France)
Title
Moulins et patineurs en Hollande
Material & Technique
Oil / Canvas
Measurements
Height: 33,7 cm
Width: 43,2 cm
Signature
"Jongkind", Lower right
Provenance
Gustave Tempelaere, Paris
Jean Dieterle, Paris
Christian Otto Zieseniss (1865-1938), acquired before 1929
Richard Green, London
Private collection The Netherlands
Exhibitions
Dordrecht, Dordrechts Museum, "Johan Barthold Jongkind and friends", 30 October 2017 - 28 May 2018
Literature
S. de Bodt, D. Lobstein, L. van Noortwijk, J. Sillevis e.a., "Jongkind en vrienden", Dordrecht 2017, p. 158 (ill.)
To be included in the 'Supplément du Catalogue Critique de l'Oeuvre Peint de Jongkind' being prepared by Galerie Brame & Lorenceau and Janine Sinizergues
To be included in the 'Catalogue Critique de l'Oeuvre de J.B. Jongkind' being prepared by the Comité Jongkind Paris-La Haye, with archive reference H1059
Date
1865
Category
Paintings

Over J.B. (JOHAN) JONGKIND

Johan Barthold Jongkind began his education as a painter in the studio of the Romantic painter Andreas Schelfhout along with lessons at the Hague Academy. In 1846, with a royal scholarship, he left for France where the French marine painter Eugène Isabey (1803-1886) became his teacher. Together they traveled across France and eventually to the Normandy coast that would play an important role in Jongkind's later work. A few years later he would meet Eugène Boudin and Claude Monet in Honfleur. Jongkind was successful from the start, although he didn't win prizes at the Paris Salons. Suffered with depression and haunted by financial problems, Jongkind returned to the Netherlands in 1855 and settled in Rotterdam, where he led a more quiet life but continued to paint. Among his French artist friends, he had remained popular and they arranged his return to France. He would not return to the Netherlands after 1869. Meeting Joséphine Fesser, with whom he would share the rest of his life, put his life more peaceful. Until today, Jongkind is considered the father of Impressionism. Together with his friend Boudin, he made this genre great. He was very successful especially with his landscapes by moonlight. When we look back and compare the years of the works of the later impressionists who came after him, we can truly speak of a pioneering artist.