G.H. (GEORGE HENDRIK) BREITNER


Kunstenaars

Biografie

G.H. (GEORGE HENDRIK) BREITNER
1857 Rotterdam - 1923 Amsterdam

George Hendrik Breitner begon zijn artistieke opleiding aan de Haagse Academie in 1876. Onder invloed van de schilders van de Haagse School en hun nieuwe realistische benadering van de natuur ontwikkelde Breitner een moderne en impulsieve eigen stijl en werd hij al snel door collega-kunstenaars beschouwd als een buitengewoon talent. Hij werd lid van het schilderkunstige genootschap Pulchri Studio en hielp bij het schilderen van het Panorama Mesdag (1880-1881), dat nog altijd kan worden bezichtigd. Hij schilderde er onder andere de cavalerie, oefenend op het strand. In 1882 besloot hij een nieuwe weg in te slaan. In een brief schreef hij: ‘Ik zelf, Ik zal de mensch schilderen op de straat en in de huizen de straten en huizen die ze gebouwd hebben ’t leven vooral. Le peintre du peuple zal ik trachten te worden of liever ben ik al omdat ik ’t wil.’ In de jaren 1882-1883 ging hij geregeld om met Vincent van Gogh, met wie hij veel over straat liep ‘om figuren te gaan zoeken en aardige gevallen’. Ontevreden met het culturele klimaat in Den Haag en aangetrokken door de dynamische en inspirerende stad Amsterdam, verliet Breitner Den Haag en trad hij in 1886 toe tot de Amsterdamse Academie.

In datzelfde jaar richtte een groep jonge bohemien-schrijvers het literaire tijdschrift 'De Nieuwe Gids' op, waarin ze hun beschouwingen over hedendaagse kunstenaars publiceerden en het 'L'art pour l'art'-ideaal in de beeldende kunst en literatuur hartstochtelijk propageerden. Tot de groep, ook bekend als de 'Tachtigers', behoorden figuren als de schilder Willem Witsen (1860-1923), de schrijver Adriaan Roland Holst (1888-1976), de schilder Jan Veth (1864-1925), de componist Alfons Diepenbrock (1862-1921) en anderen. De Tachtigers vonden de persoonlijke indruk veel belangrijker dan de weergave van realistische details. Alle belangrijke leden waren op Amsterdam gericht, waardoor de artistieke scène veranderde van Den Haag naar Amsterdam en het impressionisme een stads- in plaats van een landschapsoriëntatie kreeg. Vandaar het Amsterdams impressionisme.

Als ambitieuze schilder van het moderne leven werd Breitner, samen met Isaac Israels (1865-1934), een van de leidende figuren van de Amsterdamse impressionistische beweging. In de ogen van zijn tijdgenoten was Breitner de kunstenaar die die elementen op het doek wist weer te geven die de aantrekkelijke elementen van de stad definieerde. Als 'Le peintre du peuple' wilde hij geen klassieke thema's schilderen of op academische wijze realistische historische schilderijen maken, maar vooral het alledaagse leven weergeven.

Breitner zwierf vaak door de straten met zijn schetsboek en camera om het dagelijks leven van bouwvakkers, arbeiders, dienstmeisjes en spelende kinderen vast te leggen. Met krachtige penseelstreken legde hij vast wat hij zag: een vluchtig moment, een fragment in de tijd. Een indruk overbrengen was schilderen op zijn puurst, het oog doet de rest. Het bruisende stadsleven zou een terugkerend onderwerp worden in zijn oeuvre. Na 1914 schilderde hij minder en ook fotograferen deed hij nauwelijks meer. Hij overleed op 5 juni 1923 achter zijn ezel, met palet en kwast in de hand.

1 results sorted by kunstenaar. Showing results 1 - 1.