Olieverf / Doek: 20,4 x 30,4 cm
Louis Apol werd in Den Haag geboren en met uitzondering van de jaren 1886 – 1892 die hij in Velp doorbracht, zou hij daar altijd blijven wonen. Als schilder van voornamelijk besneeuwde bosgezichten en landschappen maakte Apol in 1880 deel uit van een wetenschappelijke expeditie naar Nova Zembla op Spitsbergen en kwam ervan terug met een grote hoeveelheid schetsen, tekeningen en aquarellen. Naar aanleiding van deze reis maakte hij een “panorama” van Spitsbergen: zijn schilderingen werden gebruikt als achtergrond voor opgezette ijsberen en zeehonden. Panorama’s waren geliefd bij het grote publiek aan het begin van de 20ste eeuw. Helaas was dit panorama maar tijdelijk en is het weer afgebroken. Met zijn specialisme van winterlandschappen voegde Apol zich bij een oude Hollandse traditie die begon bij Hendrik Averkamp. Apol richtte zich nog meer op de landschappelijke stemming van het beeld; de illusie van koude en weidsheid, van flonkerende of dreigende lucht en sneeuw dan zijn voorgangers. Met zijn licht en zijn brede penseelstreek laat hij mooi Hollands impressionisme zien. Met regelmaat werden zijn winterlandschappen bekroond. Al in de jaren ‘50 van de 19e eeuw trokken kunstenaars, meestal uit Den Haag, naar Oosterbeek om daar in de vrije natuur te gaan schilderen. Hier ontstond een schilderskolonie, in navolging van de schilders in het Franse Barbizon. De kunstenaars wilden een eind maken aan de romantische manier van kijken naar de natuur, door deze zo ‘eerlijk’ mogelijk te benaderen. Ze stelden hun composities niet langer samen in hun atelier, maar legden hun ervaring direct vast, buiten in de natuur. Willem Roelofs, die al eerder in Barbizon was geweest, vestigde zich als een van de eersten in Oosterbeek, gevolgd door Paul Gabriel, Anton Mauve en de broers Maris. Hier legden ze de basis voor een nieuwe stroming in de Nederlandse schilderkunst: de Haagse School. Apol voegde een nieuw facet toe aan die stroming: hij werd de ‘winterschilder’ van de Haagse School. Zijn werk is terug te vinden in verschillende Nederlands musea, de collectie van het Koninklijk Huis en vele particuliere verzamelingen in binnen- en buitenland.