Winters stadsgezicht Winters stadsgezicht

L.F.H. (LOUIS) APOL 1850 Den Haag - 1936 Den Haag Winters stadsgezicht

Olieverf / Doek: 60 x 46 cm


Beschikbaar, prijs op aanvraag
  • Dit object kan bekeken worden in onze gallery
  • Bel ons voor meer informatie: +31 26 361 1876
  • Wereldwijde verzending mogelijk

Details

Een stukje stad, in de greep van de winter. Een zeldzaam stadsgezicht van de sneeuwspecialist van de Haagse School. We kijken een straat in van grote vrijstaande huizen, omzoomd door indrukwekkende bomen. Heel in de verte zien we een wandelaar en een rijtuig. Het zijn echter de bomen die het schilderij domineren. Aan het tweetal dat op de voorgrond voorovergebogen door de sneeuw ploegt is te zien hoe guur het is. Wintergezichten waren al in de 17de eeuw een geliefd genre binnen de Hollandse schilderkunst. In de eerste helft van de 19de eeuw, toen schilders graag teruggrepen op de kunst van de Gouden Eeuw, werden taferelen met sneeuw en ijs opnieuw populair. Apols leermeester, de romantische landschapsschilder J. F. Hoppenbrouwers, was bekend vanwege zijn winterse landschappen met molens, schaatsers en sleetjes. Apol koos het zelfde onderwerp, maar zijn winterse landschappen zijn heel anders. Bij hem geen ijspret. Hij benadrukte het gevoel van de winter, de snijdende wind, de sfeer van een koude winterdag. Het ging hem om de verstilde winterse natuur, mensen spelen in zijn werk nauwelijks een rol. Die ervaring van sneeuw en kou bracht hij op het doek met een palet van oneindig veel tinten wit en grijs. Apol dateerde zijn werk zelden, maar ging steeds losser, impressionistischer schilderen. Het ging tenslotte niet om de details, maar om de stemming van het landschap.

Louis Apol begon al jong met het schilderen van zijn sfeervolle wintergezichten en had er direct succes mee. Hij was de jongste schilder ooit die een koninklijke subsidie kreeg, en trok de aandacht op tentoonstellingen. Voor zijn werk werden hoge prijzen betaald en het werd aangekocht door het koninklijk huis en het Rijksmuseum. Vincent van Gogh zag een van zijn schilderijen daar hangen en schreef: “Weet ge wel dat ik de dingen van Apol bijvoorbeeld, van wit op wit, dikwijls heel goed vind. (...) Waarachtig dat ding is weergaasch mooi”. Hoogtepunt van Apols carrière was zijn reis in 1880 naar het eiland Spitsbergen, op een wetenschappelijke expeditie. Op deze reis maakte hij honderden tekeningen en aquarellen van het poolgebied, genoeg om nog jaren op te teren. Tot het eind van zijn leven bleef Apol zijn veelgevraagde poollandschappen schilderen die in binnen- en buitenland gretig werden aangekocht. Hij maakte zelfs een panorama van Spitsbergen onder de middernachtzon, aangekleed met opgezette ijsberen. Duizenden mensen kwamen kijken.

Louis Apol hoorde tot de schilders van de Haagse School, die er op uit trokken om ‘plein-air’, in de buitenlucht te schilderen. Zij wilden een eind maken aan de romantische manier van kijken naar de natuur, door deze zo ‘eerlijk’ mogelijk te benaderen. Het ging hen om de indruk van licht en atmosfeer. De schilder Gerard Bilders schreef: 'Ik zoek een toon, dien wij gekleurd grijs noemen, dat is alle kleuren, hoe sterk ook, zoodanig tot een geheel gebracht, dat ze den indruk geven van een geurig, warm grijs.' Hij en zijn collega’s zochten die grijze toon meestal buiten de stad waar ze de lucht, de zee of het weidse polderlandschap schilderden. Apol vond die tonaliteit in de oneindige schakeringen wit, die besneeuwde landschappen hem boden. Gelukkig leefde hij in een tijd toen de winters nog genoeg stof tot schilderen gaven.

Artiest
L.F.H. (LOUIS) APOL1850 Den Haag - 1936 Den Haag
Titel
Winters stadsgezicht
Materiaal & Techniek
Olieverf / Doek
Afmetingen
Hoogte: 60 cm
Breedte: 46 cm
Signatuur
Rechtsonder gesigneerd "Louis Apol"
Provenance
Particuliere collectie België.
Categorie
Schilderijen

Over L.F.H. (LOUIS) APOL

Louis Apol werd in Den Haag geboren en met uitzondering van de jaren 1886 – 1892 die hij in Velp doorbracht, zou hij daar altijd blijven wonen. Als schilder van voornamelijk besneeuwde bosgezichten en landschappen maakte Apol in 1880 deel uit van een wetenschappelijke expeditie naar Nova Zembla op Spitsbergen en kwam ervan terug met een grote hoeveelheid schetsen, tekeningen en aquarellen. Naar aanleiding van deze reis maakte hij een “panorama” van Spitsbergen: zijn schilderingen werden gebruikt als achtergrond voor opgezette ijsberen en zeehonden. Panorama’s waren geliefd bij het grote publiek aan het begin van de 20ste eeuw. Helaas was dit panorama maar tijdelijk en is het weer afgebroken. Met zijn specialisme van winterlandschappen voegde Apol zich bij een oude Hollandse traditie die begon bij Hendrik Averkamp. Apol richtte zich nog meer op de landschappelijke stemming van het beeld; de illusie van koude en weidsheid, van flonkerende of dreigende lucht en sneeuw dan zijn voorgangers. Met zijn licht en zijn brede penseelstreek laat hij mooi Hollands impressionisme zien. Met regelmaat werden zijn winterlandschappen bekroond. Al in de jaren ‘50 van de 19e eeuw trokken kunstenaars, meestal uit Den Haag, naar Oosterbeek om daar in de vrije natuur te gaan schilderen. Hier ontstond een schilderskolonie, in navolging van de schilders in het Franse Barbizon. De kunstenaars wilden een eind maken aan de romantische manier van kijken naar de natuur, door deze zo ‘eerlijk’ mogelijk te benaderen. Ze stelden hun composities niet langer samen in hun atelier, maar legden hun ervaring direct vast, buiten in de natuur. Willem Roelofs, die al eerder in Barbizon was geweest, vestigde zich als een van de eersten in Oosterbeek, gevolgd door Paul Gabriel, Anton Mauve en de broers Maris. Hier legden ze de basis voor een nieuwe stroming in de Nederlandse schilderkunst: de Haagse School. Apol voegde een nieuw facet toe aan die stroming: hij werd de ‘winterschilder’ van de Haagse School. Zijn werk is terug te vinden in verschillende Nederlands musea, de collectie van het Koninklijk Huis en vele particuliere verzamelingen in binnen- en buitenland.