Oil / Canvas: 40 x 60 cm
Een zonovergoten gezicht op de oostelijke punt van Vlieland. Vanaf een hoog duin kijken we over het landschap. We zien een stukje van het dorp Oost-Vlieland en in de verte een smal streepje van het buureiland Terschelling. Het bijzondere licht aan de kust is gevangen in ontelbare stipjes en kleine streepjes die een tintelend en bijna lichtgevend effect teweeg brengen. Aan het begin van de eeuw had Hart Nibbrig het eiland Vlieland ontdekt, waar de eenzaamheid in de duinen aan zee hem beter beviel dan die van drukke mondaine badplaatsen als Domburg of Scheveningen. Hier maakte hij sprankelende duinlandschappen die tot het hoogtepunt van zijn oeuvre horen.
De stippeltechniek die Hart Nibbrig toepaste was ontstaan in Frankrijk, waar schilders als Georges Seurat en Paul Signac deze nieuwe manier van schilderen ontwikkeld hadden. De pointillisten, of neo-impressionisten zoals ze al snel werden genoemd, vonden het impressionisme van schilders als Claude Monet, die het effect van het zonlicht op het landschap onder verschillende omstandigheden wilden vastleggen, te oppervlakkig. Ze zochten naar een wetenschappelijk gefundeerde manier om het effect van het licht te verbeelden en vonden die in de kleurtheorie van Michel-Eugène Chevreuil. Hij had al in de jaren ‘30 had aangetoond dat kleuren zich op afstand optisch mengen en dat de primaire kleuren geel, blauw en rood een complementaire kleur hebben, paars, oranje en groen. De neo-impressionisten ontdekten dat door de primaire en complementaire kleuren in kleine stipjes naast elkaar te plaatsten ze elkaar versterken. Het resultaat geeft een helder, tintelend effect, ideaal voor het vastleggen van het zonlicht op een landschap.
In Nederland werd het pointillisme bekend door Jan Toorop. Voor hem, die in veel verschillende stijlen heeft gewerkt, was het pointillisme in allerlei vormen de stijl waarnaar hij steeds weer terugkeerde en waarmee hij grote invloed had op een jongere generatie kunstenaars. Aan het begin van de eeuw was hij ‘s zomers de spil van een kunstenaarskolonie in Domburg. De stippeltechniek waarmee hij het heldere licht aan de kust wist te vangen ontwikkelde zich van fijne stippeltjes tot grove verfstreken, waarmee Toorop de basis legde voor het Amsterdamse Luminisme van Jan Sluijters en Piet Mondriaan. Ook Ferdinand Hart Nibbrig was vaak in Domburg aanwezig. In 1910 liet hij zelfs een huis bouwen in Zoutelande, waar het rustiger was dan in het nabije Domburg, om er ‘s zomers te schilderen. Hij bleef in zijn kustlandschappen het liefst een verfijnd pointillé gebruiken, afgewisseld met korte streepjes.
Hart Nibbrig kende het pointillisme al veel langer. In de jaren ‘80 had hij korte tijd in Parijs gestudeerd, waar hij Theo van Gogh had leren kennen. Via hem en de kunsthandel waar hij werkte, raakte hij onder de indruk van het werk van Camille Pissarro, Edgar Degas en Georges Seurat maar ook van dat van Theo’s broer Vincent, die korte verftoetsen juist gebruikte om het schilderij een emotionele lading te geven. Terug in Nederland kostte het Hart Nibbrig nog enige tijd zich los te maken van de sfeer van de Haagse School. Met de aan de moderne Franse technieken ontleende manier van schilderen bereikte hij een grote verfijning, waarvan zijn Gezicht op Vlieland een hoogtepunt vormt. Hart Nibbrig bleef overigens niet altijd in de pointillistische stijl schilderen. Zijn werk was nog volop in ontwikkeling toen hij, veel te vroeg, overleed.
Ferdinand Hart Nibbrig was born in Amsterdam on 5 April 1866. He studied at the Amsterdam National Academy from 1883 to 1888, and finished his schooling in Paris at Ecole Julien and the Cormon studio. There he was influenced by the work of Vincent van Gogh and Georges Seurat, although he would only use these influences in his work later on. After returning to the Netherlands, in his initial years as an artist, Hart Nibbrig mainly worked in the impressionist style of the Amsterdam School of Breitner and Isaac Israels. When he moved to Laren, his style gradually became more realistic, but increasingly he also painted pointillistic landscapes. Whether depicting people or landscapes, Hart Nibbrig continually strove to penetrate the essence of what he perceived. People in their environment, with special attention for labourers, weavers and farming types, were depicted realistically, and approached psychologically and in a flat style. His aim was to reveal their characters. When painting landscapes he strived to portray the light in all its manifestations. His work is characterized by an abundance of light and bright colours. Except in the artist’s village of Laren, Nibbrig worked and lived for shorter or longer spells in Rhenen, in Vlieland, in South Limburg and in Zoutelande in Zeeland. He also took trips to North Africa and Germany. On 12 October 1915 Hart Nibbrig died in Laren at the age of fifty-two. Although his career as a painter ended far too early, his artistic heritage has remained important. Hart Nibbrich was one of the first artists to introduce luminism in the Netherlands. A large collection of his work can be seen in the Singer Museum in Laren, not far from the villa and atelier where much of his best work was made.