Portret van dhr. H.J. van Ogtrop Portret van dhr. H.J. van Ogtrop

I.L. (ISAAC) ISRAELS 1865 Amsterdam - 1934 Den Haag Portret van dhr. H.J. van Ogtrop

Olieverf / Doek: 116,8 x 89,7 cm


Beschikbaar, prijs op aanvraag
  • Dit object kan bekeken worden in onze gallery
  • Bel ons voor meer informatie: +31 26 361 1876
  • Wereldwijde verzending mogelijk

Details

Isaac Israels was een echte mensenschilder. Zijn grootste talent was het vastleggen van de meest karakteristieke houding of de meest karakteristieke blik van een persoon. Vaak ging het dan om mensen die hij ergens aan het werk zag, mensen in een café of theater of spelende kinderen. Het is dus niet verwonderlijk dat hij daarnaast een van de grootste Nederlandse portrettisten was. Hij schilderde niet alleen hoe iemand eruitzag, maar gaf altijd een indruk van de persoonlijkheid van zijn modellen. Wie een portret van Israels ziet, krijgt de indruk een levend mens te ontmoeten. Vooral in zijn laatste periode, toen hij in Den Haag woonde, was hij een veelgevraagd portretschilder. In de vele jaren dat hij in Parijs woonde, was hij beroemd in Nederland, maar niet in Frankrijk. Hij exposeerde slechts eenmaal in Parijs, in 1909 en zijn werk werd vooral in Nederland goed verkocht. Wie zijn portret door Israels wilde laten schilderen, moest dus afreizen naar de Franse hoofdstad. De kunstliefhebber Mr. Henricus Joannes van Ogtrop (1866-1914) zorgde er dus voor dat hij zich liet portretteren door Israels tijdens een zakenreis in Parijs. Zoals altijd wist Israels het karakter van zijn onderwerp meesterlijk weer te geven. Van Ogtrop lijkt zijn drukke bestaan even te onderbreken om kort voor de beroemde schilder te poseren, voordat hij zich weer met belangrijkere zaken bezig gaat houden, zodra zijn sigaartje op is. Zijn hoed heeft hij onder handbereik even weggelegd op een stapel kranten op een sofa.

Mr. H.J. van Ogtrop, lid van een bekend Amsterdams handelsgeslacht, commissionair in effecten en lid van Provinciale Staten in Noord-Holland, was een man met een grote culturele belangstelling. Hij was bestuurslid van het Amsterdamse Concertgebouw, waarvan zijn vader één van de oprichters was en daarnaast gepassioneerd kunstverzamelaar. Toen hij in 1909 aan de Herengracht een groot grachtenpand kocht, liet hij het van top tot teen renoveren en inrichten door de toonaangevende moderne architect K.P.C. de Bazel. Het huis toont nog altijd Van Ogtrops artistieke smaak. Het schilderij dat Israels op de achtergrond van het portret schilderde symboliseert zijn artistieke belangstelling.

De eerste indruk was het beste bij Isaac Israels. Als een schilderij niet in één keer goed op het doek verscheen, begon hij liever opnieuw dan er lang aan door te werken. Een relatief kort moment van concentratie en inspiratie was genoeg. “Vooral niet te veel werken”, verklaarde hij zelf zijn methode, “niet meer dan twee uur achter elkaar, niet te lang peuteren, dan ben je niet fris meer”. Dit werd ook door zijn tijdgenoten gewaardeerd. De bekende kunstcriticus Albert Plasschaert herkende dit als essentie van het werk van Israels en beschreef het in nogal bloemrijke taal, nadat hij het portret van Van Ogtrop in 1929 had gezien: "Het werk van Isaac Israels, zijn portret, is dadelijk juist naar het leven; het bereikt het leven in één sprong, of het moet herbeginnen; doorgaan op iets is deze kunst vreemd. Het is geen kunst van diepzinnig overleg noch van langen duur; het is een kunst met de bekoring van een bloem aan zich. Dit is niet weinig; ik kan dat, en ik wil dat niet onderschatten; ik ben zelf te verzot op het leven en te verzot op de bloem. (Elk leven is beter dan elke dood, en alle bloem is beter dan al het verwelkte)". Het leven vangen en vastleggen in verf was inderdaad Isaacs missie. En dat is hem in ons portret bijzonder goed gelukt.

Artiest
I.L. (ISAAC) ISRAELS1865 Amsterdam - 1934 Den Haag

Titel
Portret van dhr. H.J. van Ogtrop

Materiaal & Techniek
Olieverf / Doek

Afmetingen
Hoogte: 116,8 cm

Breedte: 89,7 cm

Signatuur
Rechtsonder gesigneerd

Provenance
Dhr. P.A.L. van Ogtrop en mw. E. van Ogtrop-Baronesse Van Voorst tot Voorst (zoon en schoondochter van de geportretteerde), Laren

Veiling Christie’s, Amsterdam, 17 Nov. 2009

Collectie Van Ogtrop-Quintus, Nederland

Tentoonstellingen
Centraal Museum (inv.no. 10255) (on loan from 1945-2009), Utrecht

Stedelijk Museum, Amsterdam, B433 (volgens een etiket op de verso)

Literatuur
A. Plasschaert, "Het zien van schilderijen, een aantal opmerkingen, met samenvatting door Alb. Plasschaert", 1929, Van Loghum Slaterus en Visser, Arnhem, (afb.)

A. Wagner, Isaac Israels, 1985, Uitgeverij van Spijk, Venlo, p. 80 (afb.) & 173, cat. nr. 86

Dr J.H. Reisel, Isaac Israels. Portret van een Hollandse impressionist, 1967, Menno Hertzberger & Co, Amsterdam, p. 151 (afb.)

Datering
1906

Categorie
Schilderijen

Over I.L. (ISAAC) ISRAELS

Isaac Israels was de enige zoon van de schilder Jozef Israels. Het gezin verhuisde in 1871 van Amsterdam naar Den Haag. Isaac kreeg daar ook zijn opleiding aan de academie tegelijk met o.a. George Breitner, Floris Verster en Marius Bauer. Hij was van jongs af aan een veelbelovend kunstenaar en won al vroeg prijzen voor zijn schilderijen. In de jaren ’80 specialiseerde Isaac zich in militaire onderwerpen, een belangstelling die hij deelde met Breitner en Verster. Ondanks deze veelbelovende start vond hij dat zijn opleiding nog niet was voltooid en ging naar Amsterdam, waar hij opgenomen werd in de kring der Tachtigers. Het woelige stadleven werd de rode draad door zijn werk. Tussen 1887 en 1894 is het stil rondom hem: weinig schilderijen zijn uit deze periode bekend. Vanaf het midden van de jaren ‘90 ging Israels ‘s zomers terug naar Den Haag waar hij samen met zijn vader aan het strand ging schilderen. Zij huurden dan een villa in Scheveningen. Isaacs in Amsterdam ontwikkelde impressionistische stijl bleek bij uitstek geschikt om het vrolijke strandleven met luchtige, lichte toets vast te leggen. Zijn schilderijen van ezeltje rijdende kinderen waren publiekslievelingen en zijn nog altijd bijzonder geliefd. Israels grapte dat de verkoop van een schilderij “de Hoogste der kunsten” was. Zijn ezeltje-rijdende kinderen werden gretig gekocht voor hoge prijzen, en kunnen alleen al om die reden als hoogtepunten in zijn oeuvre worden beschouwd. Isaac Israels was niet alleen de virtuoze schilder van het moderne (stads)leven, hij was ook een bijzonder begaafd portrettist. Vooral in de laatste fase van zijn leven maakte hij in opdracht portretten van belangrijke Nederlanders. Ook in dit genre bleven vrouwen zijn favoriete onderwerp. Zijn hele leven had hij het liefst dienstmeisjes, Amsterdamse straatmeiden, telefonistes, mannequins in warenhuizen en naaktmodellen getekend en geschilderd. Ook zijn vrouwenportretten vormen hoogtepunten in zijn oeuvre, zoals van de spionne Mata Hari, de eerste vrouwelijke arts Aletta Jacobs en de actrice Fie Carelsen. Isaac Israels was gewend een snelle karakteristiek te geven van zijn modellen. Een rake typering moest in één keer op het doek verschijnen. Zijn beste schilderijen zijn dan ook levendig, spontaan en precies goed getroffen. ‘Ik heb laatst toen ik uit mijn raam keek een aanval van patriotisme gehad tot mijn verbazing. Het hollandsche is toch naar mijn idee het mooiste wat er bestaat.’ schreef Isaac Israels op weg naar Londen vanuit Hamburg aan de schilder Willem Witsen. Dat belette hem niet om rusteloos het continent op en neer te reizen. Israels reisde altijd al graag. Als kind al ging hij jaarlijks met zijn ouders naar Parijs. Hij maakte reizen naar Italië, Spanje en Noord-Afrika, Zwitserland, Spanje en Scandinavië om te tekenen en te schilderen. In de jaren ‘20 bracht hij zelfs enige tijd door in Nederlands-Indië. Vanaf 1903 had Israels een eigen atelier in Parijs, waar hij zijn favoriete onderwerpen vond onder modieuze Parijzenaren en zich kon onderdompelen in de moderne kunst die daar te zien was. In de lente van 1913 verruilde hij die stad voor Londen, waar hij een tijd een eigen studio had. Ondanks alle reizen en alle indrukken bleef Israels altijd zichzelf. Hij was in Parijs een buurman van Picasso, ging de stad in met Kees van Dongen, bewonderde de symbolist Odilon Redon en had een tijd een van de Zonnebloemen van Vincent van Gogh aan de muur. Door al die moderne indrukken liet hij zich echter niet meer van zijn moeizaam ontwikkelde pad afbrengen. Na zijn Amsterdamse jaren werd zijn palet wat lichter en zijn onderwerpen mondainer, maar hij bleef tot zijn dood vasthouden aan zijn virtuoze impressionistische stijl. In 1923 vestigde hij zich definitief op de Haagse Koninginnegracht, waar hij het atelier van zijn vader tot lang na diens dood leeg had laten staan.