Rotten Row, Hyde Park, Londen Rotten Row, Hyde Park, Londen

I.L. (ISAAC) ISRAELS 1865 Amsterdam - 1934 Den Haag Rotten Row, Hyde Park, Londen

Olieverf / Doek: 91,5 x 71,5 cm


Beschikbaar, prijs op aanvraag
  • Dit object kan bekeken worden in onze gallery
  • Bel ons voor meer informatie: +31 26 361 1876
  • Wereldwijde verzending mogelijk

Details

Een schilderij uit Londen, waar Isaac Israels in 1913 naar toe was verhuisd. Hij werkte daar vaak in Hyde Park, zoals hij in Parijs graag flanerende mensen in het Bois de Boulogne schilderde, of in Amsterdam in het Oosterpark. In Hyde Park werd hij bijzonder getroffen door de mensen die zich daar vermaakten door op de brede lanen een stukje te gaan paardrijden. Rotten Row, een weg in dat park, word nog altijd gebruikt als ruiterpad, een bijzondere plek voor de betere standen om zich, midden in de drukte van het centrum van Londen, te ontspannen met paardrijden. Ook de afdeling van de Household Cavalry, die optreedt bij ceremoniële gebeurtenissen, traint er zijn paarden. Deze mondaine ontmoetingsplaats voor welgestelde en notabele Londenaren, die daar te paard flaneerden om te zien en gezien te worden, was een plek die een enorme aantrekkingskracht moet hebben gehad op Isaac Israels. Hij maakte er verschillende schilderijen, waar steeds weer zijn opmerkelijke gave om een karakteristiek moment te vangen blijkt. De in het zwart geklede amazone op ons schilderij lijkt een kort moment voor de schilder te poseren. Zij kijkt wat hautain, maar minzaam op ons neer, bewust van de status die haar klasse met zich mee brengt. Zo’n snelle, rake karakteristiek geven was het grote talent van Isaac Israels. Het schilderij is bovendien een portret van de schimmel, die minstens evenveel persoonlijkheid heeft als zijn berijdster. Als bij een portret is de achtergrond vaag gelaten, zonder details, om de aandacht niet af te leiden van de amazone en haar rijdier. Isaac Israels was zijn leven lang een rusteloze reiziger. Dat werd er niet minder op na de dood van zijn wereldberoemde vader in 1911. Isaac woonde in deze tijd in Parijs en twijfelde sterk of hij het huis en atelier van zijn vader in Den Haag moest overnemen. Om die beslissing voor zich uit te schuiven besloot hij eerst nieuwe indrukken op te doen in een stad die hij nog niet goed kende. Hoewel zijn woonplaats Parijs eindeloze mogelijkheden bood, vertrok hij in 1913 naar Londen. Hij huurde een atelier in Fitzroy Street en logeerde in een hotel op Trafalgar Square. In deze nieuwe stad vond hij nieuwe versies van vertrouwde thema’s. Hij schilderde weer mensen die zich vermaken in het park of op straat, hij schilderde balletmeisjes, dames die een pleziertochtje maken op de Theems en ruiters in Hyde Park. Ook het stadsbeeld fascineerde hem. Hij zat graag voorin op de bovenverdieping van een dubbeldekker bus om drukke straten als Regent Street en Piccadilly Circus van boven te bekijken. In Londen maakte hij schilderijen van straten met een hoog standpunt, zoals hij ook al in Amsterdam had gedaan. Een winkelier stelde zijn balkon ter beschikking zodat Isaac daar kon schilderen. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was het echter niet langer toegestaan om op straat te schetsen. Isaac verplaatste dus zijn werk naar binnen, waar hij boksers schilderde in een zaaltje dat hij huurde, compleet met publiek. Ondanks dat de wereldoorlog Europa in brand had gezet reisde Isaac Israels vrij gemakkelijk over het continent. In 1915 ging hij naar Zwitserland, tot verbazing van zijn vrienden. “Isaac is in Bern en schreef mij dat hij naar Parijs zou gaan. Hij weet, geloof ik niet, dat er oorlog is want daar praat hij niet over en ook hoe hij daar denkt te komen, nu Italië ook in oorlog is”, schreef Theo Nieuwenhuis aan Willem Witsen. “Enfin hij is nogal klein misschien merken ze hem niet op.” Israels ging inderdaad even terug naar Parijs waar hij het leven nogal saai vond nu het uitgaansleven door de oorlog stil was komen te liggen. Even later was hij weer terug in Londen, waar hij echter niet lang meer zou blijven. Aan het eind van 1915 was hij weer in Den Haag.

Artiest
I.L. (ISAAC) ISRAELS1865 Amsterdam - 1934 Den Haag
Titel
Rotten Row, Hyde Park, Londen
Materiaal & Techniek
Olieverf / Doek
Afmetingen
Hoogte: 91,5 cm
Breedte: 71,5 cm
Signatuur
Rechtsonder gesigneerd
Provenance
Kunsthandel Buffa, Amsterdam, 1920
Collectie Mr. J.M.P. Glerum, Amsterdam, 18 May 1920
Veiling Mak van Waay, Mr. J.M.P. Glerum, Amsterdam, 26 September 1933
Verworven door Mrs. Bos van Bruggen en daarna door vererving in de familie, 26 September 1933 - 1991
Kunsthandel van Voorst van Beest, Den Haag, 1991
Triton Collection Foundation, direct aangekocht bij bovenstaande, Nederland, 1991
Tentoonstellingen
XVII Esposizione Internazionale d'Arte dell Citta de Venezia,, Venetië, 1930, no. 360
Literatuur
D. Welling, Isaac Israels: The Sunny World of a Hague Cosmopolitan, 1991, The Hague, p. 74
Artwork is included in the "Catalogue Raisonné" by the Dutch Institute for Art History (RKD), The Hague, Permalink: https://rkd.nl/explore/images/204420
Datering
ca. 1913 - 1914
Categorie
Schilderijen

Over I.L. (ISAAC) ISRAELS

Isaac Israels was de enige zoon van de schilder Jozef Israels. Het gezin verhuisde in 1871 van Amsterdam naar Den Haag. Isaac kreeg daar ook zijn opleiding aan de academie tegelijk met o.a. George Breitner, Floris Verster en Marius Bauer. Hij was van jongs af aan een veelbelovend kunstenaar en won al vroeg prijzen voor zijn schilderijen. In de jaren ’80 specialiseerde Isaac zich in militaire onderwerpen, een belangstelling die hij deelde met Breitner en Verster. Ondanks deze veelbelovende start vond hij dat zijn opleiding nog niet was voltooid en ging naar Amsterdam, waar hij opgenomen werd in de kring der Tachtigers. Het woelige stadleven werd de rode draad door zijn werk. Tussen 1887 en 1894 is het stil rondom hem: weinig schilderijen zijn uit deze periode bekend. Vanaf het midden van de jaren ‘90 ging Israels ‘s zomers terug naar Den Haag waar hij samen met zijn vader aan het strand ging schilderen. Zij huurden dan een villa in Scheveningen. Isaacs in Amsterdam ontwikkelde impressionistische stijl bleek bij uitstek geschikt om het vrolijke strandleven met luchtige, lichte toets vast te leggen. Zijn schilderijen van ezeltje rijdende kinderen waren publiekslievelingen en zijn nog altijd bijzonder geliefd. Israels grapte dat de verkoop van een schilderij “de Hoogste der kunsten” was. Zijn ezeltje-rijdende kinderen werden gretig gekocht voor hoge prijzen, en kunnen alleen al om die reden als hoogtepunten in zijn oeuvre worden beschouwd. Isaac Israels was niet alleen de virtuoze schilder van het moderne (stads)leven, hij was ook een bijzonder begaafd portrettist. Vooral in de laatste fase van zijn leven maakte hij in opdracht portretten van belangrijke Nederlanders. Ook in dit genre bleven vrouwen zijn favoriete onderwerp. Zijn hele leven had hij het liefst dienstmeisjes, Amsterdamse straatmeiden, telefonistes, mannequins in warenhuizen en naaktmodellen getekend en geschilderd. Ook zijn vrouwenportretten vormen hoogtepunten in zijn oeuvre, zoals van de spionne Mata Hari, de eerste vrouwelijke arts Aletta Jacobs en de actrice Fie Carelsen. Isaac Israels was gewend een snelle karakteristiek te geven van zijn modellen. Een rake typering moest in één keer op het doek verschijnen. Zijn beste schilderijen zijn dan ook levendig, spontaan en precies goed getroffen. ‘Ik heb laatst toen ik uit mijn raam keek een aanval van patriotisme gehad tot mijn verbazing. Het hollandsche is toch naar mijn idee het mooiste wat er bestaat.’ schreef Isaac Israels op weg naar Londen vanuit Hamburg aan de schilder Willem Witsen. Dat belette hem niet om rusteloos het continent op en neer te reizen. Israels reisde altijd al graag. Als kind al ging hij jaarlijks met zijn ouders naar Parijs. Hij maakte reizen naar Italië, Spanje en Noord-Afrika, Zwitserland, Spanje en Scandinavië om te tekenen en te schilderen. In de jaren ‘20 bracht hij zelfs enige tijd door in Nederlands-Indië. Vanaf 1903 had Israels een eigen atelier in Parijs, waar hij zijn favoriete onderwerpen vond onder modieuze Parijzenaren en zich kon onderdompelen in de moderne kunst die daar te zien was. In de lente van 1913 verruilde hij die stad voor Londen, waar hij een tijd een eigen studio had. Ondanks alle reizen en alle indrukken bleef Israels altijd zichzelf. Hij was in Parijs een buurman van Picasso, ging de stad in met Kees van Dongen, bewonderde de symbolist Odilon Redon en had een tijd een van de Zonnebloemen van Vincent van Gogh aan de muur. Door al die moderne indrukken liet hij zich echter niet meer van zijn moeizaam ontwikkelde pad afbrengen. Na zijn Amsterdamse jaren werd zijn palet wat lichter en zijn onderwerpen mondainer, maar hij bleef tot zijn dood vasthouden aan zijn virtuoze impressionistische stijl. In 1923 vestigde hij zich definitief op de Haagse Koninginnegracht, waar hij het atelier van zijn vader tot lang na diens dood leeg had laten staan.